Bij de doorlooptijd van een module gaan we er vanuit dat iemand alles aanklikt, leest, doet én tot zich door laat dringen wat binnen de module ligt (filmpjes, theorie, opdrachten, tests, etc.). Daarnaast wordt gekeken naar de hoeveelheid externe links waarachter bijvoorbeeld rapporten, pdf’s en website liggen. Hoewel we er niet vanuit gaan dat iedereen die allemaal helemaal doorneemt kijken we wel naar een gemiddelde van wat het kost om al die externe links te bekijken. Voor pagina’s zonder externe links nemen we 3 minuten per pagina.

Tijdens het testen van een module letten we altijd op de doorlooptijd. Natuurlijk blijft het altijd lastig om die goed te meten: ik doorloop een module anders dan een professional die hem echt als studiemateriaal tot zich neemt.

Voor ons vormen accreditatieaanvragen een goed controlemiddel. Bij de aanvraag van accreditatie wordt de doorlooptijd doorgegeven en gecontroleerd door het accrediterende kwaliteitsregister. Het komt wel eens, maar zelden, voor dat een accrediterende club de doorlooptijd niet goedkeurt (soms vinden ze hem te lang, soms te kort), dan wordt het aantal accreditatiepunten daarop aangepast en kijken wij bij een volgende versie nog eens heel kritisch naar die doorlooptijd en passen we hem eventueel aan. Wij moeten bij bijvoorbeeld heraanvragen voor psychiaters aangeven wat de gemiddelde doorlooptijd is door cursisten en kijken daarnaar. Wijkt die sterk af, dan passen we de doorlooptijd aan. Het toekennen van het aantal punten (die bij de meeste kwaliteitsregisters gelijk zijn aan de doorlooptijd) rechtvaardigt dus de doorlooptijd van een product.

Let op: Wat opvalt is dat er altijd deelnemers zijn die snel van begrip en leerstof zijn. Er zijn ook deelnemers die van het onderwerp al zoveel kennis hebben, dat ze na een snelle blik de toets kunnen halen. De doorlooptijd zal dus altijd een gemiddelde zijn: de één heeft meer tijd nodig dan de ander.